Evert

‘Omkijken naar elkaar’, dat zit in mij! Ik heb dat meegekregen vanuit mijn opvoeding en doe dat eigenlijk altijd al. Als ik iets hoor over iemand die ondersteuning zoekt en ik kan voor hem of haar iets betekenen dan doe ik dat gewoon. Binnen een bepaalde grens want ik kan natuurlijk niet alles, maar de kwaliteiten die ik in mij heb die wil ik gewoon graag inzetten. Ik vertel ook aan anderen over de duwtjes die ik geef, niet om mijzelf op de kaart te zetten, maar juist om te inspireren. Ik wil laten zien dat het kan, dat iedereen een ander een duwtje kan geven.

Tijdens mijn werkende leven heb ik er bewust voor gekozen om drie dagen te gaan werken. De andere dagen heb ik eigenlijk altijd voor mijn gezin en de maatschappij klaargestaan. Dat laatste in allerlei verschillende vrijwilligersfuncties. Niet omdat het mooi op mijn cv stond, maar omdat ik betrokkenheid vanuit mijzelf bij deze thema’s ervaarde en omdat ik de ervaringen vanuit die functies weer kon delen.

Ik fiets ook veel en ik heb mensen begeleid die graag wilden fietsen, maar dat alleen niet meer konden. Recent kwam er ook weer zo’n vraag: ik heb direct ja gezegd! Ook ben ik thuis in de administratie en organisatie. Soms loopt iemand in mijn omgeving vast in de administratieve “bureaucratie” en als ze mij vragen om daarmee te helpen dan doe ik dat. Als iemand ziek is dan ga ik even langs met een bloemetje of stuur ik een kaartje, dat is zo belangrijk! Dat zijn de duwtjes die ik geef!’

Op de vraag wat Evert zelf graag als duwtje zou willen ontvangen vertelt hij een mooie anekdote:

‘Toen ik onlangs bij de supermarkt stond kreeg ik een spontaan schouderklopje en diezelfde persoon riep: ‘Hey Evert!’ Het was mijn vroegere huisarts waar ik altijd goed contact mee heb gehad. Dat kleine klopje op mijn schouder dat heeft voor mij een hele grote waarde, daar kan ik van opbloeien. Ik voel me dan echt gezien. Ik zal nooit direct om een duwtje vragen, maar ik zal het wel aangeven wanneer er iets speelt. Ik hoop dan dat mensen aanvoelen dat ik een duwtje nodig heb. En als ik in de loop van de jaren moeite zou krijgen met fietsen dan hoop ik dat er iemand is die zegt: ‘Evert: wij gaan samen fietsen!’